bezuinigen en hervormingen in de jaren 80
Het streven naar gezonde overheidsfinanciën houdt Europa al
jaren lang in zijn greep. Ditzelfde streven was ook aanwezig in de jaren
’80. Als reactie op de oliecrises besloten de Westerse overheden om de
economieën te stimuleren. Miljoenen banen werden gecreëerd en de
begrotingstekorten namen met miljarden toe. Na dit stimuleringsbeleid
kwamen politici zoals Thatcher, Reagan en Lubbers aan de macht en werd
het saneren van de overheidsfinanciën een prioriteit.
In de jaren ’70 was een Keynesiaans overheidsbeleid nog de standaard
in het economische beleid van de Westerse overheden. Dit hield in dat de
overheid een anticyclisch beleid voerde en de economie diende te
stimuleren ten tijde van een economische crisis. Dus wanneer de
oliecrises uitbraken in 1973 en 1979 besloten de overheden om op grote
schaal de economie te stimuleren. Overheidstekorten in de Westerse
wereld stegen tot 10 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en
door de grootschalige overheidsuitgaven ontstond er inflatie. De crisis
werd hier echter niet mee opgelost en een nieuw tijdperk van
consolidatie van overheidsfinanciën begon met het aantreden van
Margareth Thatcher in Groot-Brittannië, Ronald Reagan in de Verenigde
Staten en Ruud Lubbers in Nederland.
Reaganomics
De consolidatie van overheidsfinanciën in de jaren ’80 in Groot
Brittannië en de Verenigde Staten dient in een breder perspectief
geplaatst te worden. Met het aantreden van Thatcher en Reagan ontstond
er een nieuwe visie op het economische overheidsbeleid. In tegenstelling
tot het Keynesiaanse beleid vonden Thatcher en Reagan het noodzakelijk
dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeide met de economie.
Belastingen werden verlaagd, overheidsbedrijven werden geprivatiseerd,
regulatie werd aan banden gelegd en de overheidsuitgaven werden
verminderd. “De markt beschikt over magie waarmee de economische crisis
opgelost kan worden”, aldus Reagan. Het op orde brengen van de
overheidsfinanciën was dus onderdeel van de ideologie dat de overheid
terughoudend dient te zijn. Deze ideologie kwam later bekend te staan
als Reagonomics.
Ruud Lubbers
Op 4 november 1982 werd Ruud Lubbers minister president in Nederland.
Bij zijn aantreden verkeerde Nederland in een crisis. De economie kromp
met 1,2 procent, de werkloosheid was 7,9 procent wat neerkwam op
437.000 werklozen, en de overheidsfinanciën waren niet op orde. Zo was
het begrotingstekort 6,2 procent en de overheidsschuld 55 procent van
het BBP. Door een reeks aan maatregelen, hervormingen en bezuinigingen
werden de overheidsfinanciën verbeterd. Daarnaast werd onder leiding van
Lubbers het beroemde Akkoord van Wassenaar gesloten en deed het
Poldermodel zijn intreden. In het akkoord werd een
arbeidstijdsverkorting afgesproken waardoor bedrijven hun werknemers
minder hoefden in te zetten en dus minder mensen op straat hoefden te
zetten. Daarnaast werd loonmatiging afgesproken om Nederland
concurrerender te maken ten opzichte van het buitenland waardoor de
export kon herstellen. Door het beleid van Lubbers verbeterde de
overheidsfinanciën en groeide de economie weer vanaf 1983.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten